Niet te kwantificeren risico's
10. Fiscale wijzigingen
Nadere omschrijving risico:
Op het gebied van de fiscale wetgeving zijn de laatste jaren veel ontwikkelingen.
- Vennootschapsbelasting (vpb)
Op 1 januari 2016 is de Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen van kracht geworden. Als gevolg hiervan zijn gemeenten
vennootschapsbelastingplichtig indien en voor zover een onderneming wordt gedreven. Met name 'winstgevende' grondexploitaties vormen hierbij een financieel risico.
De gemeente Diemen heeft in 2016 al haar activiteiten voor de vennootschapsbelasting beoordeeld op basis van de relevante ondernemerscriteria. Op basis van deze beoordeling heeft de gemeente Diemen het standpunt ingenomen dat er geen sprake is van vennootschapsbelastingplichtige activiteiten. De Belastingdienst heeft inmiddels een standpunt ingenomen en aangegeven waar het vermoeden bestaat van belastingplichtige activiteiten. Dit zijn de volgende actviteiten:
het ophalen van bedrijfsafval;
de verkoop van reststoffen voortkomend uit de activiteit inzameling van huishoudelijk afval (hierover loopt overleg met de Nederlandse Vereniging van Reinigingsdiensten). De impact van de tussenkomst een tussenschakel, zoals bijvoorbeeld Rova, is eveneens onderwerp van gesprek;
het geven van gelegenheid van reclame-uitingen voortvloeiend uit privaatrechtelijke (concessie) overeenkomsten;
de uitgifte van leningen.
Beheersmaatregelen:
Onze (externe) fiscale adviseur heeft voor Diemen onderzocht of bovenstaande activiteiten leiden tot een belastingplicht. Het blijkt dat met name de concessieovereenkomsten voor de uiting van reclame voor Diemen relevant is. Ondanks dat wij het op voorhand niet eens zijn met de aanslagoplegging doen we vanaf 2016 wel aangifte. Dit om naheffingsrente (8%) uit te sluiten. Het aanslagbedrag bedraagt jaarlijks plusminus € 40.000.
De gemeente volgt de landelijke ontwikkeling nauwkeurig om te kunnen anticiperen op eventuele relevante ontwikkelingen. In de meerjarenprognose grondexploitaties wordt jaarlijks de vpb-positie van de grondexploitaties vastgelegd.
- Btw vrijstelling sport
In 2019 is het btw-regime voor sportaccommodaties gewijzigd. Vanaf 1 januari 2019 is de btw-sportvrijstelling uitgebreid. Het geven van gelegenheid tot sportbeoefening zonder winstoogmerk is dan niet meer belast met btw. Gemeenten en sportstichtingen mogen geen btw meer in rekening over de gebruikersvergoedingen of huuropbrengsten. Omdat er geen btw in rekening wordt gebracht hebben gemeenten en sportstichtingen ook geen recht meer op teruggaaf van btw op de kosten. De btw op de kosten wordt een kostenpost. Om gemeenten en sportstichtingen tegemoet te komen, heeft de Minister voor Medische Zorg een compensatieregelingen in het leven geroepen (Regeling specifieke uitkering sport, afgekort SPUK). Op basis van deze regeling kan tot 2023 alsnog een beroep gedaan worden op btw-compensatie. Het Rijk heeft hiervoor een apart budget opzij gezet. Naar verwachting is het bedrag dat geclaimd gaat worden hoger dan het budget dat opzij is gezet. In dat geval wordt de btw verhoudingsgewijs gecompenseerd. Inmiddels zijn alle SPUK-aanvragen ingediend, het is nog afwachten welk percentage wordt uitgekeerd.
Beheersmaatregelen:
In de begroting wordt tot en met 2022 de btw op sport meegenomen in de ramingen. Daartegenover staat de opbrengsten als gevolg van de SPUK-aanvragen. Verschillen worden verrekend met de algemene middelen (jaarrekeningsaldo of Algemene Reserve).
Vanaf 2022 vervalt de opbrengst vanuit de SPUK. In de uitvoering van investeringen op het gebied van sport wordt getracht deze zoveel als mogelijk vóór 2023 te realiseren.
11. Marktontwikkeling aanbestedingen investeringen
Nadere omschrijving risico:
Het herstel van de economie leidt er toe dat de marktprijzen in rap tempo stijgen. In 2018 hebben we al diverse investeringsbudgetten moeten verhogen na de aanbesteding. Dit komt deels door de stijging van marktprijzen en deels door de specifieke werkzaamheden die zijn aanbesteed. De verwachting is dat deze trend zich de komende jaren doorzet. Dit heeft effect op de reguliere uitgaven maar vooral ook op de investeringsbudgetten. Wij vinden het van belang dit risico kenbaar te maken, ook in de begroting 2019 is dit risico nieuw opgenomen.
Beheersmaatregelen:
Op basis van de aanbestedingsprocedure zal de financieel meest voordelige aanbieder de meeste kans maken, al telt de weging van kwaliteit natuurlijk ook mee. Wanneer onverhoopt blijkt dat de aanbestedingen prijstechnisch gezien tegenvallen dan kan altijd nog een heroverweging plaatsvinden of alle voorgenomen investeringen uit het investeringsplan op het voorgenomen ambitieniveau doorgang kunnen vinden.
12. Herijking verdeling algemene uitkering in 2021
Nadere omschrijving risico:
Komende jaren vindt naast de overheveling van het sociaal domein naar de algemene uitkering een herijking plaats van de verdeling van de andere middelen van de algemene uitkering. Beide trajecten lopen gelijk op. De nieuwe verdeling werd voorzien in 2021.Dit is inmiddels een jaar verschoven naar 2022.
De minister van Binnenlandse Zaken meldt in een brief aan de Tweede Kamer dat met die herijking wordt gestreefd naar een globale verdeling, die aansluit bij de verschillen in kosten van gemeenten en bij de verschillen in inkomsten die gemeenten zelf genereren.
Voor deze herijking wordt onderzocht in hoeverre met de verdeling rekening moet worden gehouden met kostenverschillen tussen gemeenten. Als er weinig ruimte is voor verschillen in aanbod van een voorziening, dan moet er meer worden verevend voor verschillen in kosten tussen gemeenten. Dit wordt per taakveld onderzocht. Daarvoor vindt een apart onderzoek plaats naar de beleidsvrijheid en maatschappelijke acceptatie van verschillen in aanbod van gemeentelijke voorzieningen.
Er vindt ook een onderzoek plaats naar alternatieve manieren om rekening te houden met verschillen in eigen inkomsten. Nu wordt daarvoor uitgegaan van een uniforme standaard, maar mogelijk is een meer gedifferentieerde aanpak mogelijk.
En er vindt in het kader van de herijking een onderzoek plaats of de huidige centrumfunctie voor de verdeling van de middelen uit de algemene uitkering nog voldoet. In het herijkingsonderzoek wordt daarbij meegenomen of een groot aantal kernen in de gemeente leidt tot hogere kosten. Naast de herijking vindt een inventarisatie plaats naar mogelijke knelpunten bij de decentralisatie uitkeringen van het gemeentefonds en het bekostigen van de gezamenlijk opgaven van het Rijk en gemeenten.
Als laatste spoor voor het groot onderhoud aan de financiële verhoudingen wordt de informatievoorziening over de geldstromen van het Rijk aan gemeenten en ook de informatievoorziening over de financiële positie van gemeenten verbeterd. Daarvoor wordt een centrale database ontwikkeld, waarvan de eerste versie deze zomer wordt gelanceerd. Er wordt ingezet op meer verspreiding van financiële kennis over de financiële verhoudingen.
Beheersmaatregelen:
We houden nauwlettend de ontwikkelingen op het gebied van de herijking bij door deel te nemen aan bijeenkomsten van het Ministerie en de VNG. De beïnvloeding is beperkt omdat dergelijke besluiten vooral op macro-niveau worden afgewogen. Uiteraard is er aandacht voor de effecten van individuele gemeenten. Ter bescherming is bepaald wat het maximale negatieve effect per gemeente mag zijn. Over de hoogte van dit effect is nog discussie. Het laatste voorstel is € 15 per inwoner per jaar. Voor Diemen is dat grofweg € 450.00 per jaar.
Vooralsnog hebben we bij de raming van de inkomsten uit de algemene uitkering terughoudend geraamd en rekening gehouden met een correctie. Dit niet alleen als gevolg van de herijking maar ook omdat de waarde van de maatstaven grote fluctuaties laten zien met een trend dat aantallen positief worden ingeschat.